Image Image Image Image Image Image Image Image Image

Indonesië

17 februari 2022 | Door | 3 reacties

Acht jaar geleden reisde ik er rond: Indonesië. Eerst vier weken met een groep door Sumatra, Oost-Java en Bali, daarna alleen op pad.  Met  lokale bussen reisde ik terug naar Java, stapte op de trein in Kalibaru, overnachtte in Surabaya om de volgende dag de trein te nemen naar Semarang. ‘Neem geen hotel in het lager gelegen deel van de stad’, waarschuwde mijn vader voor mijn vertrek. ‘De hitte is er nauwelijks te dragen’ Zijn advies wimpelde ik weg. Het zou wel meevallen met die warmte. Ik had ooit een zomer in het bloedhete Granada doorgebracht, ik was wel wat gewend. De trein stopte op het station van Semarang. En daar gebeurde iets wat ik nog nooit had gevoeld: ik stapte voor het eerst van mijn leven op een onbekende plek in mijn geschiedenis. Hier was was het dus, waar mijn vader drie jaar van zijn leven had doorgebracht. Onvrijwillig. Gestuurd door een overheid die honderdtwintig duizend mannen in zou zetten voor een verloren zaak. Mannen die er al vijf jaar oorlog op hadden zitten, na de bevrijding van Nederland in militaire dienst moesten en vervolgens jaren van hun leven werden weggestuurd. Niet dat ze dat wisten, het was een vertrek met een open einde. In het tweede jaar van zijn verblijf probeerde mijn vader zich zelf te verzoenen met het idee dat hij misschien wel nooit meer terug zou keren naar Nederland. Communicatie met thuis was er nauwelijks en dan per brief. Eén keer per jaar mocht er worden gebeld. Hij vertelde dat hij ooit aan de haven van Semarang stond. In het tweede jaar van zijn verblijf. Hij vertelde dat hij somber was. En dat hij terugkeek over de zee, naar het land van ooit. Misschien wel naar het land van nooit. En hij vertelde ook dat je dat niet moet doen. Dat je als je somber bent niet naar de horizon moet gaan staren. Dat dat geen zin heeft. De horizon gaf geen antwoord. De zee al evenmin.

Ik verlaat het station van Semarang – het gebouw doet aan het station van Haarlem denken – en voel een  klamme deken op mij vallen, een nauwelijks te verdragen hitte. In het hotel, drie straten verderop zoek ik naar de geschiedenis van mijn vader. De volgende dag bezoek ik de gereformeerde kerk, even buiten het centrum, waar hij orgel heeft gespeeld en de predikant zich over de militairen ontfermde in de belendende pastorie. Ik loop binnen bij Toko Oen, het restaurant dat het Nederlandse verleden nog koestert met onschuldige uitsmijters op de kaart. Ik loop langs de haven met zijn lantaarns uit koloniale tijd. Ik visualiseer mijn vader in dit decor, aan de hand van zijn verhaal. Ik zoek zijn plek. Ik zie hem motorrijden, bevorderd worden tot officier. Ik zie hem terugkeren naar de haven. Hier heeft hij staan mijmeren. Hier lag heel lang een open einde en een onzekere afloop. Hier sta ik nu met zijn verhaal. Het verhaal dat vertelde dat Nederland bevrijd was en nu Ons Indië aan de beurt was. Het verhaal dat vertelde dat het de dure plicht van de militair was om zelf nu bevrijder te zijn. Hij wist dat hij hier kon gaan sneuvelen. Mijn ouders besloten daarom niet te trouwen voor zijn vertrek. Mijn moeder wilde niet jong weduwe worden. Daar aan de havenkant probeer ik me voor te stellen hoe dat moet zijn geweest, op je 20ste al je overlevingskansen te bespreken met de recente geschiedenis van een oorlog achter je.  En ik stel me de vraag of mijn vader dat bevrijdingsverhaal heeft geloofd.. Had hij zich er tegen willen verzetten?  We hadden er niets te zoeken concludeerde hij jaren later. De jaren van zijn jeugd waren heengegaan om nooit meer terug te keren.

Het is een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis. De Nederlandse overheid heeft daar nooit verantwoordelijkheid voor genomen. Er is in al die 70 jaar geen enkel moment geweest dat de regering heeft erkend dat deze exercitie een foute oorlog was. Met honderdduizend doden aan de Indonesische kant en 6000 aan Nederlandse zijde. Ik verdenk de Nederlands overheid er van de hele Indié kwestie maar op zijn beloop te hebben gelaten. De generatie van militairen sterft nu langzaam uit en met hen de geschiedenis. Maar het zijn juist de dagboeken van de militairen die nu worden gelezen en nieuwe inzichten geven op die periode.

Nederland kan niet langer wegkijken en heeft lang gedaan alsof het verleden er niet is geweest. Met terugwerkende kracht wil dit land perfect zijn en zijn imago van vrijheid en tolerantie over zijn eigen verleden leggen. Het is dezelfde illusie waarmee het hele Nederlandse volk in de stand van verzetshelden wordt gehesen. Het is allemaal niet waar.

En toch: ik heb met grote verwondering door het land gereisd waar nog zoveel sporen van dit verleden liggen. Ook in alles wat er is opgebouwd aan infrastructuur, woningen en fabrieken. Hoe je ook over de koloniale geschiedenis mag denken, het is wel: geschiedenis. En daarin zijn fouten gemaakt, forse fouten. Van de Duitsers kunnen we leren hoe je die onder ogen kunt zien.  Je zou willen dat we in Nederland deze Duitse moed hadden. Die hebben we niet. We zijn laf.

En nu aan de vooravond van het verschijnen van het rapport over deze koloniale oorlog vraag ik me af of we die moed wel hebben. Ik ben bang van niet. We krijgen hier pas moed als de mensen dood zijn. En niets meer kunnen terug zeggen. Maar die dood heeft ook iets van genade. Ik ben blij dat mijn vader het rapport niet meer hoeft in te zien.  Hij is 2,5 jaar geleden overleden. Ik ben trots op hem. Om de levenskracht die hij had. Om het glas dat altijd halfvol was. Om wie hij was voor zijn vrouw, voor zijn kinderen en klein- en achterkleinkinderen. Om zijn groot gevoel van rechtvaardigheid. Om dat korte zinnetje dat hij uitsprak: volhouden, de moed niet verliezen! Waar haalde de man het vandaan? Waar lag zijn kracht om deze wereld niet cynisch de rug toe te keren? Het moet in zijn geloof hebben gelegen. Zijn geloof in God en zijn geloof in mensen. Niet zijn geloof in de regering. Het is wellicht nooit zijn bedoeling geweest, maar mede door hem wantrouw ik alles wat zich regering noemt. Ik wantrouw ook alles wat zich met macht bekleedt. En ik ben meer dan allergisch voor de arrogantie van die macht.

Na vijf jaar Duitse bezetting werd mijn vader drie jaar lang een volgende oorlog ingestuurd. Nooit heeft de Nederlandse regering durven erkennen dat dat een foute beslissing was. Een foute beslissing en een foute oorlog. En mijn grote angst is dat met het verschijnen van het rapport de schuld van alle smerigheid bij de militairen wordt gelegd. En de overheid opnieuw de handen in onschuld wast. Want wie leert ons in dit land moed?

Comments

  1. Bas van Dongen

    Wat een bijzonder verhaal Ferdinand. Ook herkenbaar. Ook mijn vader en mijn schoonvader waren er. Ook zij spraken beiden uit dat dit een foute oorlog was. Ze hadden echter geen keus en moesten gaan. Ook Ineke en ik en zoon Jan hebben de reis naar Indonesie twee keer gemaakt. Indrukwekkend en met in het achterhoofd de geschiedenis van onze vaders die inmiddels beiden zijn overleden. Mijn vader heeft in Indonesie ook vriendschap opgebouwd. Zo zijn wij in 1990 samen met mijn ouders in Pangandaran geweest bij die vrienden, vanuit die tijd.
    Van mijn vader weet ik ook dat hij na zijn Indonesische tijd door de gemeente een medaille of penning kreeg toegezonden als dank voor zijn inzet. Die heeft hij per kerende post teruggestuurd, omdat hij ook deze oorlog als onrecht ervoer.
    Inderdaad Een grauwe bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis.

  2. Bram Grandia

    Dank Ferdinand. Wat een indrukwekkend eerbetoon aan zowel Indonesië als jouw vader. Mijn schoonvader ( verzetsman in WO 2) ging uit idealisme naar Nederlands Indië. Daar kwam hij er achter dat hij op het verkeerde moment op de verkeerde plaats in de verkeerde oorlog zat. Hij wilde er niet over praten. De pijn was te groot.

  3. Karin Melis

    Ferdinand! Ik kreeg het helemaal koud toen ik je verhaal las. En eigenlijk kan ik alleen maar de woorden van je vader, die niet cynisch geworden is, herhalen: Volhouden, de moed niet verliezen!
    Liefs,
    Karin

Voeg een reactie toe

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.